[Torck, Willem]
TORCK (Willem), heer v. Nijenrode (Matthaeus, De Nobilitate 793), zoon van Godert (kol. 1245) en Margaretha v. Egmond, overl. 1545, was een der eersten van 't oorspronkelijk Westfaalsche geslacht: (Zur Gesch. der Familie Turck in Ann. des Hist. Vereins für der Nieder-Rhein (LVIII, 23), die zich in ons land vestigden. In den strijd tusschen Max. en Karel v. Gelre stelde hij zijn huis Nyenrode voor de holl. ruiters open (1508). In 1511 werd zijn slot genomen en gesloopt en hijzelf gevangen genomen door de Gelderschen en die van Utrecht. Na zijne verzoening met de laatsten (30 Aug. 1511) werd 't slot herbouwd. Drost van IJselstein, (Goch?) is hij vooral bekend door het aandeel, dat hij had aan de overrompeling van Utrecht ten nadeele van Karel van Gelre, welke aan Willem van Gent (2) (kol. 458) en velen anderen Gelderschen het leven kostte (1 Juli 1582). 21 Oct. van datzelfde jaar komt Wilhelmus Tur(c)k voor onder de vertegenwoordigers van bisschop Hendrik van Beieren bij de overdracht van het Sticht aan Karel V. (Batavia Sacra (Antw. 1716) II, 566). Voor dien kerkvorst, die er verblijf hield, had hij, die het vroeger in 1516 ook al eens met het Domkapittel aan den stok had gehad, zijn huis opengesteld in diens oorlog tegen Utrecht en de Gelderschen (1527). Hij, die drost was van IJselstein en in de Ridderschap van het Sticht voorkomt op de jaren 1528, 1530, 1531 en 1537 (in 1535 beleend met de Erldijkerweerd te Hien en Dystelweerd in de Waal), is daar te IJ., ook overleden, negen jaar na zijne vrouw, Josina van Nijenrode, die hij in 1504 geschaakt had, dochter van Johan en Elisabeth van Zuylen van der Haer. Uit dit huwelijk sproten drie dochters: I. Elisabeth Isabella, die
Nijenrode erfde en 24 Dec. 1578 overleed (Gen. en Her. Bl. VIII, 153), gehuwd 1o. met Bernard van den Bonge(a)rd, zoon v. Johan, erfkamerheer v. Gulik en Elisabeth von Arckenteil, lid van de vroedschap van Utrecht, ambtman v. Grave (overl. 1549), 2o. met Gijsbert v. Coeverden; II. Clara, gehuwd met Johan v. Grimberg, genaamd van A (O)ldenboeckum, na diens dood met Johan b. Amstel v. Mijnden, overl. 1587, weduwnaar v. Maria Taets v. Amerongen; III. Anna, gehuwd met Philippe Adrien van Spangen, heer van Spangen en 's Gravemoer, ridder in 1486 en overl. 1529.
Lit. Zie boven; Pontanus, Slichtenhorst. (Vgl. ook v. Gouthoeven 129). Verder nog: Reg. op de Leenaktenboeken van Gelre en Zutphen (zie reg.); Navorscher LV (1905), 497; Geneal. en Her. Bl. IV, 317; IX, 53, 67.
Kooperberg