[Scheppers, Gerardus]
SCHEPPERS (Gerardus), geb. te Dingden in het Munstersche 18 Aug. 1798, overl. te Paramaribo 27 Nov. 1863. Zijne hoogere studiën deed hij bij den pastoor te Groot Linden, zonder nochtans bij de geestelijkheid van het district Grave te zijn ingelijfd. Na voltooide studiën werd hij in de hollandsche zending opgenomen en na zijne priesterwijding te Keulen 20 Aug. 1829 bestemd om als missionaris naar Suriname te vertrekken, waar hij 1 Mrt. 1830 aankwam. Wegens herstel van gezondheid, alsook in het belang der missie ondernam hij in Mrt. 1835 een reis naar Nederland en keerde reeds in Dec. van hetzelfde jaar terug. Van 1838-39 bezocht hij Batavia en was in 1840 en 41 werkzaam in Coronie en Nickerie. In 1843 werd hij provicaris, en op 20 Sept. 1853 benoemd tot eersten apostolischen vicaris van Suriname, en tot bisschop van Mellipotamos verheven. In Mei 1853 begaf hij zich naar Nederland en ontving 7 Sept. in de kapel van het seminarie te Haaren de bisschoppelijke wijding. Na de belangen der missie in Nederland behartigd, en op verlangen des aartsbisschops het H. Vormsel te Culemburg, Schalkwijk, Beest en Tiel te hebben toegediend, vertrok hij wederom naar Suriname, waar hij 4 Sept. 1854 aankwam. Veel heeft hij als hoofd van de surinaamsche missie tot stand gebracht. Zijn groote zorg was het godsdienstig leven meer en meer op te wekken en een hechten grondslag te leggen voor een goed godsdienstig onderwijs. In 1847 richtte hij de Broederschap op van het Onbevlekte Hart van Maria, in 1855 de Congregatie van O.L.V., in 1856 de Broederschap van den Levenden Rozenkrans. In 1849 stelde hij een vasten priester aan te Nickerie en bouwde er eene kerk. In 1852 droeg hij zorg voor een nieuwe regeling van het salaris der geestelijken. In 1854 stichtte hij een
katholieke school en stelde een europeeschen onderwijzer aan. In 1856 stichtte hij een meisjesschool, welke hij toevertrouwde aan de zorgen van de zusters Franciscanessen van Rozendaal. Ook wist hij een subsidie van 3000 gulden voor het katholiek onderwijs te verkrijgen. Eveneens in 1856 richtte hij een katholiek weeshuis op voor jongens en meisjes, en in 1861 een afzonderlijk weeshuis voor meisjes. In 1860 stichtte hij een nieuwe parochie en kerk te Paramaribo, en in 1863 een nieuw klooster voor de zusters.
Zie: Beknopte Geschied. der Kath. Missie in Suriname 202-260; Het Katholieke Nederland 1813-1913. I, 199.
van der Heijden