[Ruyt, Jacobus de]
RUYT (Jacobus de), geb. te Amsterdam 1771, overl. te Alkmaar 27 Sept. 1848, zoon van Matthijs d.R. en Rosa Swart. Hij was leerling van den bloemschilder Glashorst, kwam in 1789 te Alkmaar wonen en trad daar 11 Aug. van het volgende jaar als behangselschilder in het gilde. Hij schilderde bloemen, later ook landschappen en gaf onderricht in het teekenen. Het schijnt hem weinig voordeel verschaft te hebben, want 10 Mei 1802 werd hem het verkoopen van koffie, thee en chocolade toegestaan, en in Maart 1812 eindigde hij zijne zaak als kamerbehanger en verver en verkocht hij vloerkleeden, karpetten en papierbehangsel uit. In 1832 zijn uitgegeven 4 steendrukplaten, gezichten op Alkmaar vóór de veranderingen door het aanleggen van het Groot Noordhollandsch Kanaal veroorzaakt, verkleind naar teekeningen van d.R., welke zich thans in de stedelijke Prentverzameling bevinden. Hij huwde 20 Juli 1794 met eene weduwe, Marijtje Harmeyer, overl. Febr. 1799, en 8 Dec. van dat jaar met Marijtje Veen, overl. 8 Dec. 1851. Hun laatste levensjaren sleten man en vrouw bij 2 dochters, die een naaischool hielden.
Zie: Bruinvis, Beeldende Kunstenaars te Alkmaar (1905), 28; Oud- Holland XXVII (1909), 121.
Bruinvis