[Romaeus, Nicolaus]
ROMAEUS (Nicolaus), geb. 1 Nov. 1563 te Brugge, Jezuïet te Trier in 1589, priester te Luik in 1594, gest. 20 Dec. 1632 te Brugge. Te Parijs studeerde hij de logica, voltooide te Würzburg de wijsbegeerte, en volgde te Bourges en te Poitiers een leergang in het recht. Na zijn priesterwijding was hij gedurende 14 jaren te Luik, te St. Omer, te 's Hertogenbosch, Yperen en Antwerpen in het onderwijs werkzaam. Hij was rector van het Jezuïetencollege te Maastricht (1610-1613) en kan gelden als een der stichters der noord-nederlandsche Jezuïetenmissie, omdat hij een zevental jaren te Alkmaar, Hoorn, Middelburg en Rotterdam werkzaam was. Te Rotterdam verving hij pater Viering en had er te kampen met de lauwheid der katholieken en het verraad van valsche broeders. In den kerstnacht van 1613 drong de baljuw, tijdens de H. Mis, de zaal binnen, maar R. wist, door spoedig zijn miskleeren af te werpen, aan de vervolging te ontkomen. Om tegen dergelijke invallen gewapend te zijn, bedacht hij nu verschillende maatregelen, als het aanstellen van vertrouwde wijkmeesters, die hem, omtrent de betrouwbaarheid van personen inlichtten, het invoeren van toegangsbewijzen, in den vorm van gestempelde looden balletjes, zoodat sindsdien betrekkelijk veilig de godsdienstoefeningen plaats grepen. In 1614 was R. wegens steenlijden genoodzaakte naar de zuidelijke Nederlanden weer te keeren.