[Röell, Dr. Dionysius Andreas]
RÖELL (Dr. Dionysius Andreas), geb. te Franeker in 1689 begraven te Deventer in de Lebuinuskerk 25 Febr. 1733, was zoon van prof. Herman Alexander Röell en van Cornelia Bailli. Hij huwde te Deventer 1721 (de huwelijksche voorwaarden zijn van 28 Mrt. 1721) Judina van Hurck, gest. te Gorinchem Dec. 1745, dochter van Mr. Pieter van Hurck en van Angela van Alphen. Zij was weduwe van prof. Antonius Matthaeus. Röell studeerde aan de universiteit te Utrecht en promoveerde aldaar in 1710 tot doctor in de wijsbegeerte; in hetzelfde jaar werd hij als opvolger van prof. Elias van Steenbergh tot hoogleeraar in de wijsbegeerte aan het deventer Athenaeum benoemd. Hij aanvaardde zijn hoogleeraarschap met een redevoering de Modesto philosopho. De harderwijksche academie schonk hem in 1717 het doctoraat in de godgeleerdheid. In 1722 werd hij tot gemeensman van Deventer gekozen en in 1728 tot lid der stedelijke regeering, hetwelk hij tot 1732 bleef. In 1728 legde hij zijn professoraat neder.
Zijn portret door een onbekende bij Douar. Röell - Collot d'Escury te 's Gravenhage.
Zie: van Eck en Bosscha, Het tweede Eeuwfeest van het Athenaeum Illustre 107.
H. Kronenberg