Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 3

[Reede van Saesveld, Goert van (1)]

REEDE VAN SAESVELD (Goert van) (1), heer van Saesveld en Brandlicht, geb. omstreeks 1431, overl. in 1501; zoon van Hendrik (kol. 1044) en van Johanna van (den) Thije.

Hij wordt met zijn vader vermeld Zaterdag na Benedicti 1431/32 en verschijnt 20 en 21 Oct. 1460 in de ridderschap van Overijsel op den rechtdag en klaring te Deventer. Door bisschop David van Bourgondië 1 Oct. 1466 aangesteld tot drost van Twenthe, werd hij 1 Febr. 1484 opgevolgd door Gerrit van Welevelt. Hij doet als ambtman en bestuurder der goederen behoorende tot het kasteleinschap Blankenborg 6 Juli 1470 rekening van

[p. 1042]

St. Michiel 1466 tot St. Michiel 1469 en wordt 1 Febr. 1484 in dit ambt vervangen door Johan Strik. Hij is raad van den bisschop en ambtman van Twenthe 20 Oct. 1470, wordt 31 Aug. 1474 na doode zijns vaders beleend met den hof te Saterslo (Saesveld) met toebehooren en bezegelt op H. Kruisavond 1490 te Nyerbrugge mede een zoen, gesloten tusschen bisschop David en Johan van Wisch. In 1485 hadden Goert v. Reede en Hendrik van Keppel geschil met Johan van Twicloe over de nalatenschap van Alof Frederikszoon van Rutenberg, met name over het huis den Rutenberg enz. (Hendrik v. Keppel en J.v. Twickelo waren ieder met een zuster van de huisvrouw van G.v. Reede gehuwd). Over dit geschil worden zij 11 Aug. 1487 door bisschop David opgeroepen om 21 Aug. d.a.v. op zijn slot te Vollenhove te verschijnen, op welken dag aldaar uitspraak wordt gedaan en de Rutenberg aan Johan van Twickelo toegewezen; deze zaak wordt in hetzelfde jaar in der minne geschikt. Nochtans wordt G.v. Reede 19 Juli 1492 met zijn knechten aangeklaagd wegens het plegen van geweld tegen het huis den Rutenberg; deze zaak wordt 7 Febr. 1493 uitgesteld tot de overkomst van den bisschop naar Overijsel. Hij wordt 21 Juli 1497 opnieuw met al zijn goederen beleend, verschijnt als keurnoot 15 en 16 Juni 1498 in de ridderschap van Overijsel op den rechtdag door bisschop Frederik van Baden uitgeschreven en is dood 25 Mei 1501. Op dien dag n.l. bevestigt zijn weduwe de schenkingen door wijlen haar man gedaan aan het klooster Sibculo.

Goert van Reede schijnt tweemaal gehuwd te zijn geweest; de naam van de eerste vrouw is tot heden onbekend. De tweede, die hij 19 April 1480 tochtte, was Jutte van Rutenberch, overl. op St. Petri ad cathedram 1528 (22 Febr.) en werd bij haar echtgenoot in het klooster ter Hunnep begraven. Zij was de dochter van Frederik, heer van den Rutenberch, en van Agnes van Broechuysen van Weerdenburch.

Uit dit huwelijk sproten Adriaen (1) kol. 1038). Frederica, echtgenoote van Johan van Raesfelt; Goosen, Hendrik en Johanna, waar van weinig bekend is, en Anna, de vrouw van Anthony van Middachten.

Regt