Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 3

[Reede van Saesveld, Adriaen van (2)]

REEDE VAN SAESVELD (Adriaen van) (2), heer van Saesveld en Tichelrye, geb. te Utrecht 1546 of 47, overleden na 1605, wellicht in 1623, zoon van Godard (2) en van Geertruid van Nyenrode (kol. 1042).

Hij verkreeg bij testament zijns vaders d.d. 8 Nov. 1584 Sacsveld en de goederen in Salland en Twenthe. Amerongen en de andere stichtsche goederen ontgingen hem, niettegenstaande hij als oudste zoon daarop recht had en hij ving dan ook na den dood zijns vaders daarover een proces aan met zijn broeders Frederik en Gerard, dat lange jaren heeft geloopen en eindigde met het aangaan van een accoord. Wegens Saesveld was hij beschreven in de ridderschap van Overijsel. Hoewel ijverig r. kathol. en den koning getrouw, weigerde zijn gevolmachtigde, Hendrik Schroots, in 1588 spaansch garnizoen op Saesveld in te nemen. Adriaen bevond zich in 1605 onder de koningsgezinden op den landdag te Oldenzaal, doch hield bijna voortdurend verblijf in de Zuidel. Nederlanden, vermoedelijk te St. Truyen of te Luik. Hij was daar groothofmeester bij den prins-bisschop Ernst van Beyeren, en drost van het graafschap Looz.

Hij huwde volgens huwl. voorw. van 28 Jan. 1579 (geapprob. door het Hof. van Utrecht 30 Aug. d.a.v.) met Anna van Duras, sedert 6 Januari 1579 weduwe - óf achtergelaten huisvrouw - van Hendrik van Eynatten, groothofmeester van den prins-bisschop, en dochter van

[p. 1041]

Willem van Duras en van Margaretha van Lyere.

Uit dit huwelijk drie zoons en twee dochters. De beide dochters werden religieusen; van de zoons beërfde Gerard Saesveld, Willem werd heer van Heurne (Hornes-sous-Vechmael) en Godard Adriaan vormde met zijn gezin de branche van Reede van Printhagen.

Zie: Inventaris Archief Amerongen (1902); d'Ablaing, Ridderschap van Nijmegen, 197; Catalogus van het stadsarchief te Utrecht II no. 2282 (en 2323?); Zijn zegel: J.Th. de Raadt, Sceaux armoriés (hier heet hij echter foutief: bij den prins-bisschop van Keulen).

Regt