[Randwyck, Hans Willem van]
RANDWYCK (Hans Willem van), geb. te Xanten 6 April 1581, overleden 1629, zoon van Floris (door spaansche ruiters uit de bezetting van Meurs, onder Camillo Sachini buiten Gennep vermoord 3 Juni 1588) en van Mechteld van Boeckholt. Hij was luitenant-kolonel en kapitein in dienst der Staten. Na het eindigen van het Bestand deden stroopende Spanjaarden uit de garnizoenen van Oldenzaal, Grol en Lingen een inval in Friesland (1622), waar zij echter tusschen Oudeschoot en Heerenveen door het manmoedig gedrag van de friesche kapiteins Bootsma, Eysinga en Donia werden teruggedreven. Middelerwijl lichtten de kolonels van Randwyck en Nicolaas Schmelsing (een oostenrijksch edelman in statendienst) uit de garnizoenen van Zwolle, Deventer en Zutphen eenig krijgsvolk en trokken daarmee de afdeinzende Spanjaarden te gemoet. Ter bespoediging en krachtsbesparing deden zij hun soldaten op wagens plaatsnemen. Zij stuitten nabij Ommen op de spaansche benden, dreven ze voor zich uit, omsingelden ze op het kerkhof van genoemde plaats en noodzaakten hen tot overgave. De gevangenneming dezer om en bij 1000 man deden de strooptochten in deze streken vooreerst ophouden. In de Mémoires de Fr. H. wordt het getal krijgsgevangenen op 1200, - bij Aitzema echter op 800 man en 70 paarden gesteld.
H.W.v.R. huwde 1615 Margriet van Straelen, overl. 1 Jan. 1626, dochter van Arend en van Geertruyd van Beringen. Uit dit huwelijk sproten vier kinderen, waarvan twee jong zijn overleden.
Zie: Mémoires de Fr. H.; Aitzema I, 123; Bosscha, Ned. Held. te land I, 330; Geneal. Her. Bl. II, 113-115.
Regt