[Randwyck, Gijsbert van (2)]
RANDWYCK (Gijsbert van) (2), geboren omstr. 1420, overleden te Arnhem 12 Juni 1482, begr. te Heusden, zoon van Gijsbert (1) en van diens eerste vrouw Lysbeth Pieck.
Hij bekleedde onder de hertogen Arnold en Adolf van Gelre aanzienlijke ambten. In 1456 werd hij schatmeester van den hertog en diens zoon, in 1465 was hij rentmeester van Willem van Egmond, des hertogen broeder, en komt in brieven tusschen 1465 en 1478 voor als landrentmeester en raad van de hertogen Arnold en Adolf v. Gelre en van vrouwe Catharina van Gelre. Gezant van Adolf op de onderhandelingen te Kleef 1467. Hij bekomt, weleer schatmeester der hertogen van Gelre zijnde, kwijtschelding van bisschop David van Bourgondië, wegens schade, die hij voortijds in 't Sticht van Utrecht veroorzaakt had, 1473. Hij wordt door den heer van Egmond bij den zoen met Vrouwe Catharina en de hoofdsteden uitgesloten, maar hij zal hem voor Catharina en de hoofdsteden aanspreken 14 April 1478.