[Parduyn, Simon Jasperse]
PARDUYN (Simon Jasperse), geb. te Veere, werd in 1578 lidm. der Herv. gem. te Middelburg, ondertr. er 26 Apr. 1586 met Digna Porrenaere, wed. van Vlissingen, en werd er ouderling 24 Aug. 1586, 8 Sept. 1590, 17 Sept. 1594 en 6 Sept. 1598. Hij was schepen 1586, 87, 90, 93, raad 1588, 91, 94 en burgemeester in 1589, 1592 en 1595. Hij fungeerde 2 Febr. 1590 als getuige bij den doop van een kind van den notaris François Valerius, vader van den dichter v.d. Gedenkklank, werd 26 Oct. 96 beëedigd als rekenmeester van Zeeland, wegens den Eersten Edele in het belastingcohier 1599-1600 meer dan £ 3000 vls. gegoed genoemd en overl. te Middelb. 5 Oct. 1612. Zijn geschilderd portret, waarop hij is afgebeeld met een gouden keten, waaraan een penning met borstbeeld van prins Maurits, is op het Zeeuwsch Genootschap. Een zuster van hem was wellicht Digneken Jaspers P., gehuwd met Jacob Pietersen de Waert, raad te Middelburg 1577, 78, 80-85, 88, 91, 94, 97, 1600 en schepen 1586, 87, 89, 90, 92, 93, 96, 98, 99, 1601, 2 opnieuw ondertrouwd te Vlissingen 19 Oct. 1602 met Jansken Jans Cole, dochter van den vlissingschen burgemeester Jan Lambrechts C., na welk tweede huwelijk hij voorkomt te Middelburg als raad 1603, 6, 7, 10, 13, als schepen 1604, 8, 12, 15, tresorier 1603, 6, 7, 10, burgemeester 1605, 9, 11, 14, begraven wordende te Middelburg 28 Aug. 1616 en nalatende jonkvr. Elisabeth de W., ged. te Middelburg 7 Dec. 1603, gestorven te Vlissingen 30 Nov. 1621 en jonkvr. Jacomina de W. ged. te Middelburg 14 Jan. 1605, tweede vrouw (ondertr. 7 Oct. 1623) van Johan van Reigersberch, rentmeester-generaal van Zeeland, broeder van Maria, die haar ‘eene seer goe en fraeige vrouw’ noemt (zie
II kol. 1182). De broeder van Simon P., Willem, volgt.
de Waard