[Nicolai, Aarnout]
NICOLAI (Aarnout), zoon van Everard Nicolai, die volgt, en Genoveva van der Goes, geb. in 1528, ongehuwd overl. 22 Jan. 1592. Na verwerving van het licentiaat in de rechten werd hij 6 Nov. 1557 extraordinaris- en 16 Dec. 1559 ordinaris-raad in het Hof van Holland, 25 Mrt. 1578 presideerend raad. Toen in 1582 door de Staten van Holland een hoogste rechtscollege, als Hooge Raad, werd opgericht, werd Aarnout president daarvan. In 1584 was hij een der ontwerpers van de voorwaarden, waaronder aan den Prins van Oranje de grafelijke waardigheid zou worden opgedragen, wat nog op het laatste oogenblik door den onverwachten dood van den Prins niet tot uitvoering is gekomen. Hij was bevriend met den leidschen hoogleeraar Bonaventura Vulcanius, wien hij de handschriften van de gedichten zijner ooms Nicolaus Grudius en Hadrianus Marius ter uitgave aanbood. Zij berusten thans in de leidsche universiteitsbibliotheek (zie: Codices Manuscripti Bibl. Univ. Leidensis I (1910) no. 70 A en 102). Vulcanius bezorgde de uitgave in 1612.
Zie: De Gids, Mengelingen III (1839) 361; de op hem vervaardigde lijkdichten van Janus Dousa, vader en zoon, zijn uitgeg. door: P. Bosscha, Jo. Nic. Secundi Hagani Opera Omnia (L.B. 1821) xliv-xlviii.
van Kuyk