[Neufville, Margaretha Jacoba de]
NEUFVILLE (Margaretha Jacoba de), evenals haar bovenstaande naamgenoot van fransche afkomst, doch niet nauw aan haar verwant, werd 6 Febr. 1775 te Amsterdam geb. en overl. 15 Juli 1856 op het landgoed ‘Spaar-en-Hout’ bij Haarlem. Zij was de oudste van een viertal kinderen uit het huwelijk van David Mattheus van Gelder de N. en Elizabeth Barnaart. De familie woonde 's winters te Amsterdam, 's zomers op het pas genoemde buiten en behoorde tot het doopsgezinde kerkgenootschap.
Reeds in haar prille jeugd had Margaretha ten gevolge van een val een ernstig letsel aan haar lichaam gekregen, waardoor zij haar heele leven mank liep. Haar opvoeding was als die van beschaafde lieden uit dien tijd: zoowel in talen als in schilderen, handwerken enz. was zij goed onderwezen. Ongehuwd, sleet zij haar leven meerendeels in het huis harer ouders, onder letterkundige werkzaamheden. Vooral op ‘Spaaren-Hout’ vertoefde zij gaarne.
Men heeft van haar de volgende geschriften: Galerij van beroemde mannen en vrouwen in Nederland. 3 stukjes (1821-22; 2de dr. 1826); De Kleine Pligten, haar hoofdwerk, een oorspronkelijke voorstelling in brieven van de zeden uit het begin der 19de eeuw. 2 dln. (1824; 3de dr. 1836); De Schildknaap, een oorspronkelijk historisch-romantisch verhaal (1829; 2de dr. 1833); Cinq Mars, of een zamenzwering onder Lod. XIII. Naar het Fransch van Alfred de Vigny. 2 dln. (1830); Twaalf maanden uit de Vaderlandsche geschiedenis, of Schets der groote gebeurtenissen in de Nederlanden van half Augustus 1830 tot half Augustus 1831 (1832); Zes nieuwe oorspronkelijke Nederduitsche verhalen voor kin-