[Liefde, Evert de (2)]
LIEFDE (Evert de) (2), zoon van den vorige, geb. omstreeks 1621 te Rotterdam, overl. in O.-I. vóór 15 Maart 1651, zooals uit het testament zijner ouders blijkt. In 1646 was hij in O.-I., waar hij door de O.-I. Comp. als onderkoopman en commandeur belast was met de behartiging der zaken op de eilandjes Tenimber en Damme ten zuidoosten van Banda en met het bevel over het op Damme gestichte fort Wilhelmus. In 1647 werd hem nalatigheid ten laste gelegd in de vervulling van zijn gewichtigen post en ook werd geklaagd over zijn onvriendelijke behandeling van de inboorlingen, die daardoor minder geneigd waren om handel te drijven. In Nov. van dat jaar opontboden naar Batavia om zich te verantwoorden, wordt hij verder niet meer genoemd behalve dat hij