[Lennep, Joris van (2)]
LENNEP (Joris van) (2), zoon van bovengenoemden Joris en Belie van Hoenselaer, overl. 1537. In 1506 komt hij voor, en wel met zijn broeder Werner als deelhebber in Loelreholt (Loel en Milsterlo in de gemeente Didam). Doch weldra ontmoeten we hem in dienst van hertog Karel van Gelre, aanvankelijk als ritmeester. Zoo wordt zijn naam genoemd in een brief van Everwijn van Bentheim van hertog Karel als mede overbrenger van geruchten betreffende vijandelijke plannen van den hertog van Saksen (7 Juni 1514), zoo hij al niet die van Lennep is, vermeld in een schrijven van Reinier, bastaard van Gelre, aan Hendrik van Gent over betaling van krijgsvolk (van 19 Juni 1507), wat waarschijnlijk is. Verder in een uitvoerig verslag van Hendrik de Groiff aan hertog Karel over de krijgsverrichtingen in Friesland (8 Mei 1515). In verband met eerstgenoemde wordt hij ook genoemd in 1521, waarin hem achterstallige soldij namens hertog Karel moet worden uitbetaald en eveneens als onderteekenaar van een verzoekschrift ten believe van den niet-schrijfkundigen Johan Spies. Tenzelfden jare komt hij voor als gerechtigd in Waverloholt, nadat hij drie jaar vroeger van hertog Karel de goederen te ter Cluyse in Overbetuwe gepand had. In 1522 ontving hij voor zich en zijne erven eene rente uit de heerengoederen te Nijkerk. In 1523 moeten, op last van hertog Karel, de bevelhebbers te Berg hem den graaf van Berg tot ‘tochtmeister’ (= paedagogus) toevoegen (vgl. Nijhoff's Bijdr. V, 9), nl. Oswald II. In 1528 wilde hij den hertog van Gelre met twee paarden dienen en in 1532 wordt hij diens huishofmeester en drost te Middelaer genoemd.
In 1521 was hij gehuwd met Anna van Galen, dochter van Jan (Otto?) en Walburg van der Hovelick, die, na zijn dood in 1537 hertrouwd is met Jan van Lynden tot Mussenberg. Deze Joris van Lennep en Anna hadden één zoon, Werner, die later richter, schepen en burgemeester van Nijmegen geworden is en tweemaal gehuwd is geweest, het laatst (sinds 1560) met Catharina v. Renesse, dochter van Gerrit tot Wulven en Geertruid van der Haer (overl. te Utrecht 1 Sept. 1626).
Kooperberg