[Kanter, Cornelis de]
KANTER (Cornelis de), ged. te Zierikzee 27 Aug. 1713, overl. ald. en begr. 28 Dec. 1781, zoon van Pieter de Kanter, vleeschhouwer en landmeester van Schouwen (1688-1742), en van Clara Hollaer. Hij was evenals zijn vader landmeester van Schouwen, kaartenmaker, ouderling der Herv. Gem. te Zierikzee. Hij gaf 1748 een kaart uit van Schouwen en Duiveland, versierd met de wapens der dorpen en heerlijkheden, waaruit zijn talent als kaartenmaker blijkt. In 1745 had hij een kaart gemaakt van de stad Zierikzee en het eiland en ontving daarvoor van de Thesaurieren van Zierikzee £ 25. Hij bewees de stad vrijwillig dienst bij de werken aan het Sas en kreeg daarvoor 1752 een zilveren tabaksdoos versierd met het stadswapen. Zeer waarschijnlijk was deze tabaksdoos gevuld met zilveren munten zooals vroeger de gewoonte was.
Hij schreef een verhandeling over de vallen in de zeedijken en werd daardoor in 1773 door het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen bekroond. Hij huwde te Zierikzee, (ondertr. ald. 28 Sept. 1736) Antoinetta Boom, ged. te Zierikzee 25 Aug. 1712, begr. ald. 1 Febr. 1779, (dochter van Gillis Barendse Boom en Sara Lambrechtsen) waaruit 9 kinderen geboren werden, doch waarvan slechts opgroeiden: Gillis de Kanter ongehuwd overl., 23 Maart 1772 te Zierikzee begraven en Sara de Kanter, die tweemaal huwde: 1o. Mr. Jan Jacob Bogaard, burgemeester van Zierikzee, 2o. Antonie Jacob Bliek, schepen en raad ald.
Zie: Navorscher 1898, 412 vv.
de Waal