[Kanter, Hubert Philippus de]
KANTER (Hubert Philippus de), geb. te St. Anna ter Muiden 20 Sept. 1800, overl. te den Briel 5 Juni 1868, zoon van Ds. Jacobus en Antoinetta Jacoba van den Broecke. Evenals zijn vader had hij een voorliefde voor het predikambt, ofschoon hij eerst opgevoed werd voor bureauwerk. Te Rotterdam ontving hij zijn voorstudie, kwam aan de Acad. te Leiden (15 Sept. 1818) en werd door grooten aanleg en ijver spoedig bekend. In 1822 werd eene latijnsche prijsverhandeling van hem met goud bekroond. Hij was achtereenvolgens predikant te Zoelen 1823, den Briel 1825, kreeg 1827 beroep naar Arnhem, waarvoor hij bedankte, en legde zijn ambt neder 31 Maart 1862. De Kanter was als scriba een ijverig lid der classis en maakte vooral verbeteringen in 't beheer der kerkelijke goederen. Hierdoor en door zijn eigen toenemende geldzorgen in zijn gezin met 10 kinderen, besloot hij een administratiekantoor te stichten; zijn aanvankelijke opvoeding voor het kantoorleven en zijn ingeboren wensch om de menschheid wel te doen konden alzoo verbonden worden. Zooals te verwachten was van iemand van zijn gaven, ging het hem ook hierin zeer naar wensch. Hij huwde 1829 Johanna Alida van Andel. In De Vriend des Vaderlands 1831, werd van hem gedrukt een verhandeling over christelijke vaderlandsliefde.
Zie: Nagtglas, Levensberichten van Zeeuwen 1.
de Waal