[Iterson, Frederik Hendrik Gijsbertus van]
ITERSON (Frederik Hendrik Gijsbertus van), predikant bij de Ned. Herv. gem. achtereenvolgens te Benthuizen (1830), Thamen a.d. Amstel (1835), Weesp (1837), Arnhem (1839) en Leiden (1847-60). Hij was geb. 9 Juli 1804 te Alphen a.d. Rijn, waar zijn vader een bloeiende kostschool had, en overl. 25 Oct. 1884 te Leiden, waar hij zijn laatste levensjaren als emeritus in werkzame rust doorbracht; hij studeerde te Leiden (1823-29) en werd achtereenvolgens tot lid van de Maatsch. der Ned. Letterkunde (1848), van het Prov. Utr. Genootsch. v.K. en W. (1851) en van het Hist. Gen. te Utrecht (1854) benoemd.
Hij was meer dan 50 jaren gehuwd met Aaltje Bosch die hem met eenige kinderen overleefde.
Tijdens zijn verblijf te Weesp ontdekte van Iterson in de herv. kerk aldaar een verzameling oude boeken en handschriften, afkomstig uit de boekerij van het ‘Oude Convent’ of ‘Sint Jan Evangelisten huse’, welke collectie grondig door hem werd onderzocht en beschreven. Ook te Leiden ordende hij het lang verwaarloosde archief der Herv. gemeente.
Behalve leerredenen en opstellen in tijdschriften heeft men van dezen werkzamen man: Levensgeschiedenis van Margaretha Whijte, een verhaal voor kinderen (1845); Clarisse sprekende nadat hij gestorven is. Een leesboek voor het Christelijk huisgezin (1850), en Stemmen uit den voortijd, die verdienen nog eens gehoord te worden (1857); dit laatste een bloemlezing uit de handschriften enz. te Weesp gevonden.
Zijn portret is gelithographeerd door J.P. Berghaus.
Zie: Ned. Spect. 1884, 357, en Levensber. Letterk. 1885, 89.
Zuidema