[Hurgronje, Adriaan Isaac Snouck]
HURGRONJE (Adriaan Isaac Snouck), geb. te Middelburg 9 April 1780 overl. aldaar 25 Maart 1849. zoon van Steven Mathijs (kol. 625); hij studeerde te Utrecht en werd ald. 1804 doctor in de theologie; in hetzelfde jaar te 's Gravenpolder en spoedig beroepen naar Middelburg, waar hij zijn geheele leven werkzaam was. In 1844 emeritus geworden, bleef hij in zijn geliefde gemeente wonen waar hij de achting genoot van arm en rijk.
Hij huwde tweemaal: 1o. te Middelburg 20 Mei 1806 Anna Helena Gerardina van Citters geb. te Suratte in Bengalen 20 Jan. 1783, overl. te Middelburg 30 Jan. 1818, dochter van Cornelis en Julia Dorothea Wermels-Kircher. 2o. te Middelburg 28 Aug. 1821 Johanna Adriana Maria Lambrechtsen, geb. te Vlissingen 21 Dec. 1792, overl. te Middelburg 26 Mei 1864, dochter van Mr. Nicolaas Cornelis, heer van Ritthem en Maria Petronella Schorer.
Uit het eerste huwelijk 5, uit het tweede 7 kinderen. Zijn portret in kleurteekening is in de verzameling Zelandia Illustrata.
Behalve zijn dissertatie werd van hem uitgegeven: Godsdienstige opwekking aan de Nederd. Herv. Gemeente te Middelburg bij het openen der Nieuwe Haven op 9 Aug. 1817 (Middelburg 1817); Tweetal gelegenheids-leerredenen (Afscheidsrede te Middelburg 30 Juni 1844. - Bevestigingrede te Middelburg 24 Nov. 1844.) (Middelburg 1845); Nagelaten leerredenen (Middelburg 1849). Deze laatste bundel werd uitgegeven na zijn overlijden door zijn zoon Dr. Aarnout Marinus Snouck Hurgronje, evenals zijn vader een bemind predikant te Middelburg. Diens broeder