[Hoorn, Petrus Marinus Keller van]
HOORN (Petrus Marinus Keller van), zoon van Henricus Johannes van Hoorn en Alida Johanna Hendrika Keller, geb. te Sprang 3 April 1825, overl. te Dordrecht 12 Febr. 1908, studeerde theologie aan de utrechtsche hoogeschool, waar hij 1 Mei 1849 tot candidaat werd bevorderd. Van 25 Nov. 1849 tot 31 Juli 1859 was hij predikant te Baambrugge, tot 12 Juli 1860 te Noordwijk, en daarna tot zijn overlijden te Dordrecht. Hij behoorde tot de vrijzinnige richting, waarvan hij den bloei, maar ook den achteruitgang beleefd heeft. De laatste jaren zijns levens was hij als eenige vrijzinnige predikant te Dordrecht overgebleven. Hij vervulde, behalve zijn ambt, verschillende betrekkingen als curator en later secretaris van het college van curatoren der latijnsche school, was jaren lang de ziel van het departement Dordrecht der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, van het letterkundig genootschap Diversa Sed Una, enz. Als redenaar, zoo op den kansel als bij andere gelegenheden, was hij zeer gevierd. Geschriften van zijn hand zijn slechts weinige in druk verschenen, meest redevoeringen of toespraken.
Zie: Dordr. Courant van 12 Febr. 1908.
van Dalen