waar hij 28 Nov. 1829 overl. oud 66 jaar. Hij was gehuwd met Johanna Scheltus.
Het 3de en 4de kind van Thomas, Thomas en James, zijn jong gestorven.
5. Johannes geb. te Veere 10 Jan. 1697 werd proponent 1720, predikant te Hoogvliet 19 Oct. 1721, te Brouwershaven 10 Oct. 1728, emeritus 1738 en overl. te St. Laurens c.a. 10 Mei 1761. Hij huwde 1o. Hubertina van der Vliet, 2o. Adriana Aalst. Uit het eerste huwelijk werd geb. Thomas Jacobus, geb. te Hoogvliet 1 Nov. 1727, prop. 1751, pred. te 's Heerenhoek 5 Nov. 1752, te St. Laurens 7 Mei 1758, te Brouwershaven 13 Mei 1764, te Vlissingen 28 Juni 1772, waar hij 12 Dec. 1806 overleed. Hij trouwde 1 Maart 1758 met Anna Catharina van Vrieswijk, wed. van Ds. Johannes Kuypers, in leven predikant te Heinkenszand, uit welk huwelijk verscheidene kinderen; slechts eene dochter Martha Johanna, gehuwd met J. Noordhoek te Vlissingen, overleefde hem. Zijne vrouw was reeds 21 Nov. 1797 te Vlissingen gestorven, oud 69 j. en 6 m. Uit het tweede huwelijk van Johannes Hoog werden hem 2 zoons geboren: Johannes Wilhelmus en Hendrik Cornelis. Delaatste geb. te Brouwershaven, was achtereenvolgens predikant te Wijdenes, Werkendam (1770) en eindelijk 1773 te Purmerend. Zijn oudere broeder Johannes Wilhelmus, geb. te Brouwershaven 1734, als proponent predikant te Ritthem 24 Oct. 1762, te Oud-Vossemeer 25 Nov. 1764, te Eindhoven 1 Jan 1772, te Almkerk Nov. 1774, te Axel 4 Mei 1774. Door den inval der Franschen vertrok hij van daar en werd wederom predikant in zijn oude gemeente Ritthem 14 Juni 1795, trok naar Wolfaartsdijk 26 Mei 1799. Hij werd emeritus 1809, kwam te Middelburg wonen waar hij 27 Febr. 1823 overleed. In 1763 huwde hij zijn nicht Martha Hoog. Zij overl. te Middelburg 13 Mei 1809, oud 77½ jaar. Te Oud-Vossemeer werd 19 Mei 1769 geb. zijn zoon
Wilhelmus Christoffel, die als prop. in 1791 predikant te Rockanje, 6 Aug. 1797 pred. te Domburg werd, waar hij 23 Dec. 1802 overleed. Hij was gehuwd met Magdalena Geertruida Alting die hem met verscheidene kinderen overleefde. Hij was een zeer bekwaam en ijverig man en stichtte te Domburg een afdeeling van ‘'t Nut van 't Algemeen’. In 1802 werd hij door deze Maatschappij met zilver bekroond voor beantwoording van de prijsvraag De godsdienst geen beletsel voor geoorloofd vermaak. Hij was lid van 't Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen.
Het 6e en 7e kind van Thomas waren: William geb. 28 Maart 1699, koopman en lid van den schotschen kerkeraad te Rotterdam, overl. 13 Juli 1768, en Cornelius, geb. te Rotterdam 1701, als prop. in 1726 te Benthuizen en in 1723 te Ooltgensplaat beroepen, waar hij 1739 overleed.
Zie: Kesteloo, Domburg in Woord en Beeld; Nagtglas, Levensberichten van Zeeuwen i.v.
de Waal