wijzersrang behaalde; kort daarna, in 1836, zag hij zich benoemd tot hoofd eener openbare dag- en kostschool te Vlaardingen. Hier behaalde hij, 11 Juli 1843, ook den 1sten onderwijzersrang en werd daarop het volgend jaar tot hoofd der fransche school te Hoorn benoemd, op een bezoldiging van ƒ 600.- en onder het genot der te innen schoolgelden. De eerste rang was onder de wet van 1806 de hoogste onderscheiding en gaf volledige bevoegdheid tot het geven van onderwijs in alle vakken van het gewoon en meer uitgebreid L.O., ook in nieuwe talen, wis- en natuurkunde enz. Tal van jongelieden hebben aan de ‘Fransche’ school van van der Hoeven hun opleiding voor het Nieuwediep, Breda, de belastingen, den handel enz. te danken gehad. Na de invoering der wet op het L.O. van 1857 werd v.d.H. door den hoornschen gemeenteraad in zijn betrekking aldaar gecontinueerd, op een traktement van ƒ 2525.- en schadeloosstelling voor gemis van vrije woning. In 1877 werd hem hieruit eervol ontslag toegekend, terwijl hij toen benoemd werd tot leeraar in de fransche taal- en letterkunde aan de inmiddels opgerichte gemeentelijke H.B.S. te Hoorn, welke betrekking hij tot 1882 heeft bekleed. Ook in andere betrekkingen was v.d.H. te Hoorn een reeks van jaren nuttig werkzaam, o.a. aan de oefenschool tot
opleiding van onderwijzers. In 1886 verhuisde hij als ambteloos burger naar Alkmaar, waar hij 12 jaar later overleed. Gehuwd, sedert 1836, met Johanna Elizabeth Klots, dochter van een dokter te Westzaan, liet hij bij zijn overlijden één zoon na, Mr. F.H.G. van der Hoeven, advocaat te AIkmaar.
Tal van leer- en leesboeken zagen van dezen verdienstelijken man het licht. Als de voornaamste ervan noemen wij: De beginselen der Fransche taal gemakkelijk gemaakt (1851; vijf stukjes); Abrégé de la Grammaire Française (1855); Manuel de lecture et de version Française pour les écoles moyennes (1855); Vergelijkende Nederlandsche, Fransche, Duitsche en Engelsche spraakleer (1865); Grammaire Française développant les règles et donnant la solution d'une foule de difficultés grammaticales, écrite pour les cours supérieurs des colléges dans les Pays- Bas et pour les amateurs de la langue Française (2e ed. 1861); Recueil de Synonymes de la langue Française, destiné aux écoles d'instruction moyenne en Hollande (1868); Woordenboek voor het Taaleigen der Fransche taal, bevattende de gemeenzame, de overdrachtelijke en de spreekwoordelijke uitdrukkingen die men in den omgang hoort (1868); Woordenboek van Technische termen, aan vreemde talen ontleend. Een handboek ten algemeenen nutte en ten dienste der hoogere burgerschoolen (1869). Verder schreef hij: Geschiedenis der stad Vlaardingen, voor het opkomend geslacht. Uitgegeven ten voordeele van het te Vlaardingen opgerichte fonds tot ondersteuning van weduwen en weezen van verongelukte zeelieden (1840); Vertellingen voor mijne zonen. Naar het Hoogduitsch van A. van Kotzebue (1854); Les aventures de Joseph; récit biblique pour les enfants. Traduit du Hollandais de W. van Oosterwijk Hulshoff (1856); Aardrijkskunde voor de scholen van uitgebreid lager onderwijs (1862; 2 dltjes);
Le Guide de la conversation Française, destiné aux écoles d'instruction moyenne en Hollande (1866); Perles de la poésie Française pour les jeunes gens (1872); Le La Fontaine des écoles, ou choix de cinquante fables du premier des fabulistes (1876) en De vrijheid van onderwijs het schrikbeeld onzer dagen (z.j.). Vele van v.d.H.'s schoolboeken werden alom gebruikt en bij herhaling herdrukt.
Zuidema