[Hellendoorn, Jacobus]
HELLENDOORN (Jacobus), letterkundige, geb. 16 Mrt. 1834 te Hilversum en overl. 31 Oct. 1905 te Amsterdam. Hij was de zoon van een predikant en werd zelf aanvankelijk ook voor dat ambt opgeleid, bezocht de latijnsche school van Gorkum en werd in 1852 aan de utrechtsche hoogeschool als theol. student ingeschreven. In 1857 legde hij met goed gevolg zijn candidaats-examen af, doch zei toen de studie vaarwel. Hij werd steenbakker, te Waardenburg in de Betuwe, om kort daarna zelf een steenbakkerij op te richten, eerst te Driel, daarna te Doodewaard. Zijn woonplaats vestigde hij toen te Indoornik, gem. Heteren, waar hij ruim 24 jaar lid van den raad der gemeente was en tevens secretaris der Vereeniging van steenfabrikanten in Nederland. Maar in 1890, op 56-jarigen leeftijd, zag hij zich genoodzaakt zijn zaak te liquideeren en naar wat anders om te zien. Gelukkig had hij uit zijn academiejaren trouwe vrienden behouden en een onuitgebluschte liefde voor letteren en geschiedenis. Na zich met verschillende studiën te hebben ingelaten, o.a. met het bijeenverzamelen van de zeer verspreide bouwstoffen voor het bekende werk van Mr. W.J. van Welderen baron Rengers: Schets eener parlementaire geschiedenis van Nederland, zag hij zich door tusschenkomst van Jhr. Mr. J.W.M. Schorer, destijds commissaris des konings in N.-Holland en curator der amsterdamsche universiteit, benoemd tot conservator voor de handschriften aan de bibliotheek van laatstgenoemde hoogeschool, een betrekking die hij tot zijn dood met eer heeft vervuld. In 1905, op zijn 71ste jaar, werd de met nauwgezetheid en volharding werkende man tot lid der leidsche Maatsch. v. Letterkunde benoemd. Weinige maanden later overleed hij.