[Hellinck, Theodorus]
HELLINCK (Theodorus), geb. te Nijmegen 9 Nov. van een onbekend jaar, overl. 13 Nov. 1634 in de abdij Wettingen O. Cist. in Zwitserland. Waarschijnlijk was hij met zijne ouders tijdens de godsdienstvervolgingen der 16e eeuw uit zijn vaderstad geweken. Hij werd monnik in de cistercienserabdij Salem of Salmansweiler bij Constanz, een der grootste abdijen der orde. Toen door het restitutionsedikt het in beslag genomen klooster Königsbronn in Wurtemberg aan de orde van Citeaux werd teruggegeven, stelde de vaderabt van Salem pater Hellinck tot administrator aan, 26 Sept. 1630. Dit was een zware post en niet zonder gevaren. Hij moest de eigendommen, in bezit van vreemden gekomen, opsporen en steeds het recht en bezit der abdij handhaven en verzekeren. Men kan hieruit besluiten, dat hij een moedig en krachtdadig man moet geweest zijn. In 1632 werd hij abt van Königsbronn, doch reeds 7 Apr. 1632 werd hij door de Wurtembergers gevangen genomen. Lang bleef hij niet in gevangenschap; hij werd uit het land gebannen en keerde terug naar Salem. Bij een inval der zegevierende Zweden, den schrik van alle kloosterlingen, vluchtte hij naar de zwitsersche abdij Wettingen, waar hij bij zijne medebroeders een gastvrij verblijf vond. Na een bedevaart naar Einsiedeln kwam hij ziek te Wettingen terug en overleed aldaar. Hij werd in de abdijkerk van Wettingen begraven nabij het grafmonument van keizer Albrecht I, de stichter van Königsbronn. Het necroloog van Wettingen zegt uitdrukkelijk, dat hij was ‘Noviomagensis Belga’. Het necroloog van Salem vermeldt slechts zijn naam, waardigheid en den datum van zijn dood. Cisterc. Chronik VI, 117 noemt hem verkeerd: Hellinek en afkomstig van Noyon, Führer durch Wettingen (1894) 82:
Hellwick.
Zie: Cist. Chronik XXV, (1913) 26-27; P. Lindner, Monasticon episc. Augustani antiqui (Bregenz 1913) 107.
Fruytier