sloepen, aangevoerd door den luit. W.O. Bloys van Treslong. Niet lang daarna legde H. het bevel neder en werd hij tot schout-bij-nacht bevorderd. Bij de omwenteling had hij het gezag over de scheepsmacht in Zeeland en kreeg hij de pijnlijke taak, om Walcheren aan de Franschen over te geven. De Staten-Generaal hadden hem gelast geene defensie te wagen, wat bovendien toch moeilijk zoude geweest zijn, daar de meeste oorlogsschepen vastgevroren lagen. Op 4 Febr. 1795 (16 Pluviose II) kwam de capitulatie tot stand. Een oproer van Oranjegezinde matrozen, die op ruwen toon reisgeld begeerden, werd door het kloek beleid van den schout-bij-nacht en de onbaatzuchtige hulp van den vermogenden vlissingschen koopman Abraham Louyssen gelukkig spoedig gestild. In 1807 werd H. lid van de Hooge Militaire Vierschaar.
Zijn portret als schout-bij-nacht is in het bezit der familie Piepers.
Zie: Nagtglas, Levensberichten van Zeeuwen (Midd. 1893) I, i.v.; H. Haringman, Dagverhaal van een verblijf van acht weken in het Keizerrijk Marokko en landreize naar Mesquinez in 1788 enz. (den Haag 1803), Hoogd. vert. achter Vincent's Beitrage zur Naturgeschichte der Maskaren-inseln etc. (Weimar 1805); Tijdschrift Ned. Zeewezen 1908, 391-392.
Mulert