reglementen op 't stuck van den lyftocht (Leyde, 1651, in-fol.); Maris liberi vindiciae (Hagae-Com., 1652 in-4o.); Maris liberi vindiciae contra Velvoodum (Hagae-Com., 1653); Stricturae ad censuram Joannis à Felden (Selden?) Ad libros Hugonis Grotii, De jure belli ac pacis (Amst., J. Blaeu, 1654 in-12o.); Princeps Pacis (Hagae-Com., 1655 in 4o.); Dissertatio de praeludiis justitiae et juris, adversus ... Rebellum Lusitanum ... Accessit ejusdem dissertatio de fide haereticis et rebellibus servanda (Dordraci, 1660 in-12o.); Nasporinge van het recht van de opperste macht toekomende de ... Staten van Holland ... (Rott., J. Naeranus, 1667 in-4o.), waarbij als tweede deel behoort Speciale beschryvingh van het gebruyck, ofte daadelycke bezitting van opperste macht der ... Staten van Hollandt ('s Grav., J. Tongerloo, 1674 in-4o.). Beide deelen vormen een warme verdediging van de oppermacht der Staten van Holland.
Als beoefenaar der latijnsche poëzie kennen wij Graswinckel door zijn Psalmorum Davidis paraphrasis, heroico carmine (Hagae-Com., 1643, in-4o.); Thomae à Kempis, de imitatione Christi, libri tres, ad Carolum II, Brittanniae regem (Roterod., Naeranus, 1661); zijn gedicht op den vierdaagschen zeeslag: Pseudonice Britannica (Mechliniae 1666, in-4o.); Fabri Pybracianii moralia carmina Latine scazontibus versa (Hagae-Com., 1670).
Nog gaan op zijn naam: Commentarius in Catilinam Sallustii; Dissertatio apologetica adversus Samuelem Maresium, pro dissertatione Marci Zuerii Boxhornii de Trapezitis; Commentaria ad authorem quemdam Hispanum super vita et nece Cassii et Bruti.
Niet onwaarschijnlijk is hij de schrijver van Elenchus motuum nuperorum in Anglia simul ac juris regii et parlamentarii brevis enarratio (Francofurti, 1650, in-4o.).
Zijn door G. Flinck in 1646 geschilderd portret in Museum Boijmans te Rotterdam; zijn marmeren buste, door R. Verhulst, op een grafmonument in de Groote kerk te 's Gravenhage; zijn portret werd bovendien gegraveerd door Th. Matham, naar Mierevelt.
Zie verder F. Muller's Beschrijvende Catalogus no. 1966a.
Zie o.a.: Foppens, Bibliotheca Belgica, 1123; Fruin, Verspreide geschriften, IV; de Jonge, Nederl. en Venetië 365, 366.
Knuttel