[Gockinga, Scato (1)]
GOCKINGA (Scato) (1), geb. te Groningen in 1566, overl. aldaar in 1641, studeerde aanvankelijk te Franeker, maakte een studiereis door Duitschland, waarbij hij zich 23 Oct. 1588 aan de hoogeschool te Marburg liet inschrijven en promoveerde 3 Juli 1593 te Cambridge tot doctor in de rechten. Kort daarna ving hij zijn ambtelijke loopbaan aan als secretaris van gedeputeerde Staten van Stad en Lande. In 1602 werd hij als opvolger van Hieronymus Verrutius raad en syndicus der Ommelanden. Als zoodanig bekleedde hij een invloedrijke plaats en was hij meermalen afgevaardigd ter Staten-Generaal. Daardoor was hij een der gedeputeerde rechters over de Groot en van Oldenbarnevelt, van wier verhooren hij er verschillende bijwoonde.
Hij maakte deel uit der commissie van 26 Nov. 1612 tot voorbereiding van de oprichting der groningsche hoogeschool. Bij de vestiging daarvan werd hij 28 Febr. 1615 van wege de Ommelanden tot curator benoemd. Hij bleef tot 1639 in functie.
Zie: J. Caesar, Catalogus studiosorum scholae Marpurgensis III, 65; Groningsche Volksalmanak 1910, 172; Genealogische en Herald. Bladen I, 40, 65; W.J.A. Jonckbloet, Gedenkb. der Hoogeschool te Groningen (Gron. 1864) 30 v.v.
van Kuyk