Amsterdam, de boek- en kunstdrukkerij v.h. Roeloffzen, Hubner en v. Santen, de lithografische inrichting van gebr. v. Leer, en den Koffiehandel, het restaurant Riche, het café Willemsen, de Hollandsche Manège, het verkooplokaal Frascati, de industrieschool voor de vrouwelijke jeugd, het Evang.-luthersch Weeshuis, de winkelgalerijen bij het Paleis voor Volksvlijt en aan de Raadhuisstraat en woonhuizen voor de Maatschappij ‘de IJsbreker’, met dr. Cuypers het Centraalstation, met gebr. Springer den Stadsschouwburg, met Klinkhamer de groote graansilo aan het IJ; eindelijk herbouwde hij de Twentsche Bank, de Nederl. Handelmaatschappij, de Kasvereeniging, de magazijnen van Peck & Co. en herhaaldelijk de groote fabriek op Oostenburg.
Hij huwde 22 Jan. 1864 met Elisabeth Frederica van Elten, overl. 3 Maart 1901, zuster van den schilder Kruseman v. Elten (kol. 347). Zijne 2 zonen hebben zijne zaken voortgezet.
Zie: Bouwkundig Weekblad 1901; Bruinvis, Beeldende Kunstenaars te Alkmaar, 1905, 16.
Bruinvis