[Egmond, Lodewijk graaf van]
EGMOND (Lodewijk graaf van), prins van Gavre, baron van Hamaide, heer van Fiennes, Armentières, enz., ridder in de orde van het Gulden Vlies, zoon van Karel (kol. 334). Hij was geb. in 1600, werd later kamerheer van koning Philips III en door aartshertogin Isabella in ambassade naar Spanje gezonden. Toen in 1632 in de spaansche Nederlanden de ontevredenheid tegen Spanje steeds grooter werd, behoorde de graaf van Egmond mede onder de leden van den hoogen adel, die een opstand tegen Spanje voorbereidden; in 1634 kwam het tot een crisis: de samenzweerders vluchtten her- en derwaarts, Egmond, bij verstek ter dood veroordeeld, naar Parijs. Hier sleet hij zijn verder leven, vooral door Mazarin gebruikt om in de Zuidelijke Nederlanden de stemming te bewerken. Hij overleed op 27 Juli 1654 te St. Cloud en werd daar begraven; zijne vrouw was Marie Marguerite gravin van Berlaymont, barones van Hierges en Lens, vrouw van Floyon, enz., dochter van Floris bij Marie Margaretha gravin van Lalaing. Zij overl. te Brussel 17 Maart 1654. Deze echtelieden stichtten (1628) een klooster te Peruwez bij Valenciennes. Hun zoon was Philips Lodewijk (kol. 340).
Zijn portret is gegraveerd door B. Moncornet. Haar portret komt voor in het door van Dijck gegraveerde Recueil.
Obreen