hij stadhouder van Friesland en bleef dit tot zijn dood.
Maximiliaan's krijgsmansroem zou echter voorgoed gevestigd worden door zijn stouten tocht over den Rijn en dwars door Duitschland met 15000 man troepen uit de Nederlanden, welke hij den keizer in den Schmalkaldischen oorlog te hulp bracht (1546, 15 Sept.). Hij trok bij Mainz over den Rijn en vereenigde zich met Karel V bij Ingolstadt, wat voor den keizer van groot gewicht was. Deze gewichtige dienst van den graaf van Buren werd door den keizer beloond met het graafschap Tecklenburg, terwijl de vergulde beker, welke nu nog op het stadhuis te Veere bewaard wordt, de herinnering aan dit stoute stuk levendig houdt. Op den terugweg gelukte het Maximiliaan nog Darmstadt en Frankfort te nemen. Hij overleed onverwacht op Kerstmisavond 1548 te Brussel, gekleed in volle rusting en omringd door zijne getrouwen; van dezen dood, een ridder zonder vrees of blaam waardig, heeft Brantôme in zijn Vies des hommes illustres ons een levendige beschrijving nagelaten. Zijne echtgenoote Mariede Lannoy, dochter van Hugo, heer van Drongen, enz. en Maria van Bouchaut, vrouw van Boulers, schonk hem een eenige dochter Anna van Egmond (I kol. 149), geb. te Grave 1533, overl. te Breda 24 Mrt. 1558, te Buren 8 Juli 1551 gehuwd met prins Willem van Oranje (I kol. 1540); de rijke erfgoederen van dezen tak kwamen door dit huwelijk in ons vorstenhuis. Bij hare, I kol. 149, vermelde portretten kan nog gevoegd worden een schilderij in het museum te Atrecht (afgebeeld: Roest van Limburg, Het kasteel van Breda, bl. 68) en een teekening in het Recueil d' Arras; over Maximiliaan's portretten zie Moes, Iconographia, no. 2299.
Obreen