[Egmond, Anna van]
EGMOND (Anna van), een der jongste kinderen van Jan (3), eersten graaf van Egmond en van Magdalena van Werdenberg, geb. omstreeks 1493, overl. in de cistercienserabdij Loosduinen 30 Oct. 1563, was de laatste abdis, die in de abdij begraven werd. Waarschijnlijk was zij als scholier evenals hare zuster Catharina in Loosduinen opgevoed. Toen deze geene neiging voor het kloosterleven gevoelde en naar huis wederkeerde, nam Anna den sluier aan, uit een gelofte van haar vader, die terzelfder tijd, dat hij zijn beste paard aan koning Maximiliaan gaf, zijn schoonste dochter aan God schonk. In 1538 werd zij door den keizer tot abdis benoemd. Of zij bij de zoogenaamde keus, die voor de eerste maal gehouden werd voor de commissarissen, gezonden door den keizer, de meeste stemmen behaalde, is niet bekend. Zij bestuurde de abdij tot aan haar dood zoo, dat alle nonnen getuigden, dat regel en tucht steeds goed waren onderhouden. Alleen het bestuur der goederen liet te wenschen over, omdat zij de landen ‘tot ten cleynen pryzen’ verhuurde.
Zie: S. van Leeuwen, Batavia illustrata 952; Herckenrode, Nobiliaire (Gand 1862) I, 710; Bijdr. Gesch. bisdom Haarlem XIX (1894) 28 v.v., XXIV (1899) 371.
Fruytier