van zijn laatste levensjaren verscheen in 1580 een verhandeling over de Mis en de Eucharistie; in 1594 de Catholycke Catechismus, welke in hare uiteenzetting van de katholieke leer den heidelbergschen catechismus op den voet volgde. Toen dit laatste werkje van de pers kwam, was de schrijver zelf reeds vier jaren overleden; zijn lichaam rustte in de kapel van het Sint Aechten convent te Amersfoort.
Van hem: Praetextata latine loquendi ratio per colloquiorum formulas (Antv., approbatie in 1552); Anabaptisticae haereseos confutatio (Antv. 1549); Vant rechte Evangelissche avontmael Chr. Jesu, tegen den val der Roomscher Kercken (Antw. 1567); Een cort onderscheyt tusschen godlyke ende afgodische beelden. Van de heyligen in den hemel (Antw. 1567); Die vruchten der ecclesie Christi (Leyden, by D.G. Horst, 1567); Van die warachtighe ghemeynte Christi (Antw., approbatie in 1567); Van die verghiffenisse der sonden ende van die rechtvaerdichmakinghe (Antw. 1568); Van die kinderdoop, boeck I (Antw. 1569), boeck II (Antw. 1572), boeck III (Antw. 1591); Een devoot bede boecxken, tegens alle noot ende last den Heere te bidden (Amsterd. 1578); Corte confutatie v.d. Byencorf (Amsterd. 1578); Van het nieuwe sacrificium des christendoms (Antw. 1580); Catholijcke catechismus, met wederlegginghe v.d. Heydelbergsche catechismus (Antw. 1594).
Portretten: v. Someren, Beschr. Cat. I, 128; geschilderde portretten in het Bissch. Museum v. Haarlem (Gids 1913 no. 252) en in de R.K. Kerk te Wormer.
Over hem: Corte beschryvinghe van 't leven en sterven van meester Martinus Duncanus door I. H(ezius) en H. W(estrenus) (H. Verdussen, Antw. 1594); P. Opmeer, Hist. mart. Batavicorum (Coloniae 1625) 146, 177; Dodtv. Flensburg, Archief V, 319, 328; v. Heussen, Hist. episc. Harlem. 99; Boitet, Beschrijving v. Delft 346; Bijdr. bisd. Haarlem XVII, 77, 265; XXI, 92; De Katholiek 1896, I, 262; 1897, I, 69; Fruin, Verspr. Geschr. III, 1; B.H. Klönne, Amstelodamensia (Amsterd. 1894); Analectes p. servir à l'hist. ecclés. de Belgique II, 300; Foppens, Bibl. Belgica II, 853; F. Rutten, Martin Donk (Munster 1906); Pijper, Bibl. Reform. Neerlandica IX, 194.
Hensen