van Thorbecke, was Beyma met overtuiging diens beginselen toegedaan; hij had bovenal een open oog en warm hart voor het volksonderwijs. Veel heeft hij als burgemeester en schoolopziener (beide betrekkingen bekleedde hij tot eind Dec. 1890) gedaan tot verbetering van het onderwijs en van den onderwijzersstand. Met name deed hij het zijne tot verhooging van de onderwijzerstraktementen, getuige zijn Voorstel aan de Prov. Staten van Friesland nopens verbetering der onderwijzersjaarwedden in die provincie (1865) en zijn brochure Volksonderwijs. Open adres aan de leden der Staten-generaal (1872). Hoe karig de bezoldiging der hoofdonderwijzers destijds was, blijkt uit de in eerstgenoemd geschrift gegeven statistiek: van de 278 hoofden van scholen in Friesland waren er 109, die een traktement ontvingen van ƒ 400 (het minimum volgens de wet van 1857); slechts 20 genoten een jaarwedde van ƒ 800 of daarboven. Om al hetgeen B. in dezen heeft gedaan, werd hij in heel Friesland en daarbuiten algemeen bemind en geacht. ‘Hij was de vriend der onderwijzers in zijn district en werd door dezen op de handen gedragen’. Het Ned. Onderw. Genootschap vereerde den populairen frieschen schoolopziener in 1871 met zijn lidmaatschap van verdienste, de hoogste onderscheiding die door dit genootsch. aan bevorderaars van het onderwijs kan worden toegekend. In 1866 richtte Beyma thoe Kingma met anderen de vereeniging ‘Volksonderwijs’ te Leeuwarden op, welke vereeniging weldra hare afdeelingen ook buiten Friesland had en toen (1871) in een nederlandsche vereeniging ter verbetering van 't onderwijs vervormd werd.
Behalve de beide bovengenoemde geschriften heeft men van Beyma thoe Kingma nog een brochure: Pastorie- en kerkelijke administratie in de grieterij Aengwirden (1850).
Hij was gehuwd met Aaltje Noyon.
Zie: J. Jelgerhuis Swildens, In memoriam (1899), en Eigen Haard, 11 Mrt. 1899 (met portr.).
Zuidema