[Bezemer, Willem]
BEZEMER (Willem), geb. te 's Hertogenbosch 19 Februari 1866, zoon van M.H. Bezemer en P.M.J. Timmerman, overl. te Rotterdam 5 Maart 1898. Na voorbereidend onderwijs in zijn vaderstad te hebben genoten, werd hij in September 1885 te Leiden als student in de rechten ingeschreven. 30 September 1889 promoveerde hij op proefschrift: Bijdrage tot de kennis van het oude cijns- en grondrenterecht in Brabant ('s Hertogenb. 1889). 5 December 1889 werd hij benoemd tot adjunct-archivaris van Rotterdam, welk ambt hij tot zijn dood heeft bekleed. Hij was een man van groote en algemeene gaven, maar heeft zich op wetenschappelijk gebied bepaald tot bronnenuitgaven en kleinere historische en rechtshistorische onderzoekingen. Afzonderlijk dienen te worden vermeld: Oude rechtsbronnen van Breda (Werken Vereen. t.d. uitg. der bronnen v.h. oude vad. recht, XIV; 's Grav. 1892); De oudste kronieken en beschrijvingen van Rotterdam en Schieland (Bronnen voor de geschiedenis van Rotterdam II; Rott. 1895; met J.H.W. Unger); Oude rechten van Steenbergen (Werken als voren, XX; 's Grav. 1897); De oudste rekeningen der stad Rotterdam (Bronnen als voren, III. Rott. 1899; met J.H.W. Unger).
Zie: G. van Rijn in Levensb. Lett. 1898/1899, 145 vlg.; J.H.W. Unger in Ned. Archievenblad 1897/8, 85 vlg.; Taxandria 1898, 108 vlg.
Brugmans