Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 3
(1914)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 111]
| |
lis van Beveren (2) en Christina Pijll. Hij trad reeds vroeg in den krijgsdienst, nam deel aan den tocht tegen de Zweden, waar hij als sergeant-majoor den slag bij Nijborg op het eiland Funen bijwoonde. In Dec. 1664 werd hij kolonel van een Waalsch regiment infanterie, in Juli 1667 commandeur van Kampen, in Juni 1672 gouverneur van Geertruidenberg en commandeur van Amsterdam. In de laatste betrekking scheen hij niet te voldoen, waarom wordt niet gezegd, hoewel hij toch den roem had, een dapper krijgsman te zijn. Hij was eigenaar, hoewel niet bewoner, van het slot Develstein in de Zwijndrechtsche Waard. Bij zijne echtgenoote Maria Sweerts de Weerd Davidsdr. had hij 12 kinderen verwekt, waarvan de oudste zoon Jhr. Cornelis, geb. 20 Maart 1654, bij het beleg van Grave 17 Oct. 1674 sneuvelde; van de andere kinderen bleven er drie ongehuwd, drie stierven jong; van de overige is niets bekend geworden. Zie: Balen, Beschr. van Dordr. 971; Schotel, Gesch. Letter- en Oudheidk. Uitsp. 68 en 69. van Dalen |
|