[Banning, Henricus Adrianus]
BANNING (Henricus Adrianus), geb. te Utrecht 25 Aug. 1818, overl. te Vucht 10 Jan. 1909. Op jeugdigen leeftijd aan de redactie van het dagblad De Tijd verbonden, verzorgde hij de rubriek ‘binnenland’, totdat in het jaar 1867 de Katholieke Illustratie werd opgericht en aan hem de redactie daarvan opgedragen. Toen deze in 1876 overging in handen van een maatschappij werd hij haar directeur tevens. Talrijk zijn de steeds met graagte gelezen novellen, waarmede hij de jaargangen der Katholieke Illustratie vulde, en waarmede hij bij de nederlandsche Katholieken een groote populariteit verwierf. Vele zijner novellen heeft hij gebundeld en in 17 deelen uitgegeven onder den titel: Gezamenlijke novellen en vertellingen van H.A. Banning vereenigd (Bosch 1885). Zijn voornaamste novellen zijn: Pieter van Stralen, de Omroeper, De oude klepperman, Ko Folkes, De Heks van de Amersfoortsche heide, De familie Walker, De man van den ouden stempel, Strijd en overwinning, Oude kennissen, Tante Jet, Twee zusters, Betje de Naaister, In 's levens maalstroom, Onder doktershanden, 't Was maar een muziekmeester. Verder verschenen nog van zijn hand eenige historische romans o.a. Drie eeuwen (1868); De beeldstormer en zijn dochter (1862); Cecile, Passiebloemen in Kennemerland geplukt. 2 dln. (1868), alle uitg. den Bosch. Vele verhalen zijn meerdere malen uitgegeven en komen thans nog telkens opnieuw van de pers.
Als vaardig polemist deed hij zich voor alles kennen in Het Dompertje, waarvan hij als de ‘Oude Valentijn’ de hoofdredactie voerde, en onverzaagd den strijd aanbond tegen moderne opvattingen en twijfelachtige of gevaarlijke theorieën. Als geschoold journalist wist hij dadelijk Het Huisgezin, waaraan hij ook verbonden was, door pakkende artikelen in te burgeren bij de roomsche lezers. Bij dit alles was hij nog bestuurder van de Leesbibliotheek voor christelijke Huisgezinnen. Zoo trad hij dus beurtelings op als novellist, criticus, wetenschappelijk en staatkundig schrijver in een veel omvattende werkzaamheid, die echter aan alle details steeds een bijzondere zorg besteedde. Op Banning is eenigermate van toepassing het woord dat in Vlaanderenland van Conscience geschreven is: ‘hij leerde het volk lezen.’ Zijne laatste levensjaren bracht hij door op het buitengoed ‘de Braacken’ te Vucht. In de wachtkamer eerste klasse van het station te 's Hertogenbosch hangt zijn levensgroot portret, zeer mooi en verdienstelijk geschilderd.
Zie: Katholieke Illustratie 1898, 1908, 1909; De Katholieke Gids 1905, 520-527.
van der Heyden