[Auckes, Douwe]
AUCKES (Douwe) ‘van Amsterdam’, Fries van geboorte en overl. 1668. In 1641 komt hij in de papieren der O.-I.C. voor als opperstuurman op de ‘Vogelstruis’. schipper David Claesz., die 27 April van dat jaar uit Texel naar O.I. vertrok en daar o.a. op de ‘Pauw’ overging. In 1648 voerde hij het bevel over de ‘Diamant’, volgens een schrijven van den gewezen directeur van den handel in Perzië, aan Gouv.-Gen. van der Lijn, waarin hij hem een goed dienaar noemt. Toen in 1652 de O.-I.C. het land met 2 schepen te hulp kwam, werd hij kapitein op de ‘Vogelstruis’, van 40 stukken en 200 man. Onder den vice-commandeur M. Azn. de Ruyter nam hij deel aan het begeleiden, met een vloot van 30 schepen, van 60 koopvaardijschepen ten einde deze tegen de Engelschen te beschermen. Op den middag van 26 Aug. van dat jaar had een gevecht bij Plymouth plaats tegen den vice-admiraal George Ayscue met 40 schepen en 5 branders, waarbij de ‘Vogelstruis’ met 3 eng. schepen slaags raakte en, nadat hij zijn scheepsvolk, dat aanvankelijk niet vechten wilde, de lont in de hand, met in de lucht springen gedreigd had, hij zijne vijanden een voor een in den grond boorde, een feit, dat niet weinig bijdroeg tot de luisterrijke overwinning. In 1666 werd hij na den dood van Tjerk Hiddes de Vries voor het luit.-admiraalschap aangewezen, maar vóór daarover een beslissing was genomen, zeilde hij 12 Sept. met de ‘Vrijheyd’ en een jacht naar O.I. Bij resolutie van Gouv.-Gen. en Raden van Indië werd hij aangewezen in het volgende jaar om met de ‘Vrijheyd’ naar het vaderland terug te keeren, ‘om in deze periculeuze oorlogstijden, vaillante schippers op de te huis
varende schepen te hebben.’ Tusschen zijne terugkomst in Juli 1668 en 27 Sept. d.a.v. is hij overleden.
Een miniatuurportret van hem bevindt zich in het Museum te Leeuwarden.
Zie: P.A. Leupe, Eenige bijzonderheden betreffende den kapitein D.A. in Nieuwe Friesche Volksalmanak 1865, 65; Holl. Mercurius 1652 en 1666; Navorscher X (1850) 258.
Mulert