Gemeente aldaar beroepen op ƒ 900 en vrije woning. Hij kwam in Juni en was blijkbaar zóó van alles verstoken, dat hem 30 Juli 1625 de boeken uit de bibliotheek van Wirichius ter leen werden gegeven en hem 30 rijksdaalders werden toegelegd als vergoeding voor zijne meubelen, hem door den Spanjaard ontnomen. Hij had zijn pastoraat in Lütgendortmund, dat intusschen weer door een roomsch pastoor, Eberh. Abeli, bezet was, aangehouden en keerde er in 1632 terug om orde op de zaken te stellen. Hij liet zich vervangen door Dietrich Awen en - wat ons zijn geestesrichting doet kennen - droeg zijn pastoraat op aan den 8-jarigen zoon van den geref. hoogl. in de theologie te Harderwijk, Hendrik van Diest, onder voorwaarde dat hij het recht behield de kapelaans te benoemen en de helft van het inkomen van het pastoraat te ontvangen. De gemeente en de Keurvorst verzetten zich echter hiertegen, zoodat de geref. predikant er niet kwam. Eind 1632 was hij in Amsterdam terug, waar hij 9 Nov. 1640 overleed.
Zijn zoon was de beroemde medicus van Christina van Zweden, zijn dochter Margaretha de vriendin van Nic. Heinsius (1) (zie kol. 538).
Zie: Domela Nieuwenhuis, Gesch. der Amsterd. Luth. Gem. 53; E. Dresbach, Reformationsgeschichte der Grafschaft Mark (Gütersloh 1909), 357 vlg. Jahrb. des Vereins f.d. Evang. Kirchengesch. Westfalens (1912) 96 vlg.
Pont