Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 2
(1912)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 1490]
| |
Hij schijnt in zijn jeugd lid van de ‘Goudsbloem’ aldaar geweest te zijn en huwde 1 Mei 1569 de dochter van Adriaen Pauw, Lijsbeth, die misschien vooraf Roemer Visscher had afgewezen. Hij had acht kinderen uit dit huwelijk. In 1579 was hij schepen van Amsterdam, in 1581 inwoner van Enkhuizen, in welk jaar hij met zijn vriend en geestverwant D.V. Coornhert een poging van de Spanjaarden om Enkhuizen op hun zijde te krijgen, verijdelde. Hij heeft gedicht. Zijn werk vinden we uitsluitend in een bundel gedichten en spelen, waarschijnlijk door hem in 1609 aangelegd, die in hs. ter stedelijke bibliotheek van Hamburg berust. Eenige daarvan zijn met zijn naam onderteekend; sommige zijn bepaald niet van hem; van andere is het moeilijk uit te maken. Zijn spreuk was ‘Lijd en mijd’. Zie: van Vloten in Ned. Spectator Aug. 1878; dez., Ned. Kluchtspel, I, 194 en 206; Kalff in Tijdschrift Letterk. V, 137 vlg. Hier zijn tevens eenige gedichten uit bovengen. hs. afgedrukt; Bolte, ald. VIII, 237 vlg. Een broer van Wouter, Jan Verhee, was van 1581 tot 1596 schepen van Amsterdam. Deze stierf 1599, gaf geschenken aan de amsterdamsche bibliotheek en verwelkomde in 1587 Leicester met een rede te Amsterdam. Zie: Tijdschrift, V, 145; Wagenaar, Gesch. van Amsterdam fo. I, 400; II, 273; III, 338-9; Hooft, Historiën (ed. 1677) 1199. In het protocol van den leidschen notaris van der Wuert van 1585 en 1587 komt herhaaldelijk voor Pieter Pieters zoon van der Hee, inwoner van Leiden. Hij schijnt een koopman geweest te zijn, die veel reisde. In Sept. 1585 is hij 41 jaar, bezoekt hij te Napels en Palermo de galeien en ontmoet daar gevangen Nederlanders. Protocol, XV, no. 224, 248, 254; XVII no. 222 (Gem. archief, Leiden). Prinsen |
|