[Wttewaall Van Wickenburgh, Bartholomaeus Willem]
WTTEWAALL VAN WICKENBURGH (Bartholomaeus Willem), geb. te Utrecht 16 Juli 1807, overl. aldaar 18 Nov. 1890, zoon van den volg. en B.A.C. Visser In 1826 werd hij als student in de rechten te Leiden ingeschreven; in 1830 en 1831 behoorde hij tot het corps leidsche jagers en nam als zoodanig deel aan den Tiendaagschen Veldtocht. De geschiedenis daarvan heeft hij naar eigen herinnering en allerlei correspondentie, met P.W. Alstorphius Grevelink (1 kol. 975) te boek gesteld in Het Leidsche Jagerscorps. Eenvoudig, maar getrouw verhaal van den veldtocht van het Corps Vrijwillige Jagers der Leidsche Hoogeschool in 1830 en 1831 (Leiden 1881). Mede daardoor heeft hij zijn studiën niet met de promotie bekroond. Maar zijn geheele leven bleef hij belangstellen in geschiedenis en kunst. Behalve verschillende kleinere studiën gaf hij Proeve uit een onuitgegeven geschrift van Pieter de la Court: Het welvaren der Stad Leyden, opgesteld in 1659 (Leiden 1845), met een levensbericht als inleiding en aanteekeningen. In Leiden op maatschappelijk gebied zeer werkzaam, heeft hij vooral groote verdienste als een der stichters van het stedelijk museum de Lakenhal, waarvoor hij zich ook later veel moeite bleef geven. Wttewaall oefende te Leiden het beroep van wijnkooper uit, maar verhuisde in 1874 naar Utrecht om in de nabijheid van het voorvaderlijk landgoed Wickenburgh te zijn. Hij heeft ook veel geschreven op landhuishoudkundig gebied, met name in de door zijn broeder Jan (die voorgaat) geredigeerde Landbouw-Courant. In 1841 huwde hij Maria Cornelia Hartevelt, dochter van Abraham Hartevelt en Johanna Diderica van der Burch.
Zie: Levensb. Lett. 1892, 244 vlg.
Brugmans