[Teylingen, Augustijn van (3)]
TEYLINGEN (Augustijn van) (3), geb. te Alkmaar 1549, overl te Haarlem 28 Aug. 1625, zoon van Jacob v.T., meermalen thesaurier van Alkmaar, overl. Nov. 1593, en Maria Jansd. van Assendelft, en volle neef van Adriaan v.T. (kol. 1422). Als deze was hij med. doctor te Haarlem, aldaar in de Jansstraat wonende; hij was aanvankelijk voor apotheker opgeleid, maar had te Douay de geneeskunde beoefend. Behalve geneesheer was hij brouwer, hetgeen te Haarlem met meer gegradueerden het geval was. Maria Cornelisd. Cosyen, met wie hij in 1579 gehuwd was, verkocht als zijne weduwe 12 Febr. 1629 en wederom 13 Juni 1634, telkens ten overstaan van haar zoon Jacob (overl. 1644), een woonhuis en eene bierbrouwerij, zijnde ‘het Bourgondische Cruys’ en ‘het Seehardt’, beide aan het Spaarne en elk voor ƒ 16000. Augustijns portret op 73-jarigen leeftijd is in 1622 gegraveerd door zijn haarlemschen stadgenoot C. van Kittensteyn.
Zie: Ampsing, Beschryvinge en lof der stad Haerlem (1628) 493; v. Sasse v. Ysselt, Beschrijving van het H. Geestgilde te Haarlem, 183; Navorscher LXI, 90.
Bruinvis