[Teylingen, Augustijn van (1)]
TEYLINGEN (Augustijn van) (1), geb. omstreeks 1475 in Henegouwen, overl. te Alkmaar 1533, zoon van Floris, kwam naar Holland en op aanbeveling van zijn oom Lucas bij Claes Corff (I kol. 637), dien hij opvolgde als rentmeester der abdij en grafelijkheid van Egmond (hij noemde zich ook rentmeester-particulier van Westfriesland), en wiens nagelaten goederen hij ook voor de niet te Alkmaar woonachtige erfgenamen bleef beheeren. Hij bezat kosterijen te Maasland, hem door den Stadhouder, en Oudcarspel, door den graaf van Egmond gegeven; werd kerkmeester, lid der vroedschap en is van 1508 tot zijn dood bij afwisseling thesaurier en burgemeester geweest. Hij huwde Joost (Josina), dochter van Jan van Egmond, baljuw en kastelein van de Nieuwburg, en Judith Heerman, geb. op het slot Nieuwburg 2 Dec. 1484, overl. te Alkmaar 1556, en won bij haar niet minder dan 20 kinderen. Beider wapens zijn geschilderd geweest op de deuren van het in 1511 in de Groote kerk gemaakt orgel. Van Buchel zag in 1621 te Leiden hunne portretten op de deuren van een schilderijtje, 't welk toegeschreven werd aan J. Mostaert. Andere zijn vermoedelijk die van 1511 in het Museum-Boijmans te Rotter-