[Swart, Willem de]
SWART (Willem de), ook wel Swerte, kreeg 26 Nov. 1602 octrooi van de Staten-Generaal op eenige door hem gemaakte muziekstukken, 9 Sept. 1607 gelijk octrooi op vijftig psalmen Davids (Corte wechwyser ter deuchden) en 4 Nov. 1615 gelijk octrooi op een theoretisch muziekwerk, dat onderricht geeft aan onervarenen in het spelen op ‘violoncen ende violen de gambe’. 21 Aug. 1615 gaven de Staten hem een geldelijke tegemoetkoming voor een ‘clavicymbel van porceleynen’. Afkomstig uit Arnhem, woonde hij te Amsterdam. Van zijn werken zijn geen exemplaren bekend (Bouwsteenen I, 47, 48; II, 213), buiten den superius stem van Den lust-hof der nieuwe musycke met aller welrieckende bloemen verciert .... in 4 ende 5 part. (Amst. 1603) 4o. obl. (ex. Britsch museum Londen) (Eitner, Quellen-Lexikon IX (1903) 333).
Zie: Tijdschr. Muziekgesch. II (1887) 351, 352.
Enschedé