departement Amsterdam der Maatsch. tot Nut van 't Algemeen.
Tijdens de ziekte van prof. H.C. van der Boon Mesch werden hem in 1831 diens colleges aan het Athenaeum opgedragen, welke hij ook na het overlijden van zijn leermeester bleef geven. Eenige maanden later werden hem ook de mathematische, astronomische en natuurkundige colleges van prof. J.P.E. Voûte opgedragen en 22 Mei 1834 volgde zijn benoeming tot hoogleeraar in de wis-, natuur-, sterre- en scheikunde. Zijn intreerede, 20 Oct. gehouden, luidde: de Chemia physicae auxiliis ad scientiae dignitatem avecta et physicae progressibus ulterius perficienda. Na verscheidene pogingen slaagde hij er in het chemisch laboratorium zoo te verbeteren, dat eenige studenten practisch konden werken. Gedurende de eerste 3 jaren van zijn hoogleeraarsambt besteedde hij zijn geheele traktement tot het aankoopen van hulpmiddelen voor zijn onderwijs. Als lid van de Eerste Klasse van het Kon. Ned. Inst. v. Wetensch. had hij zitting in verschillende commissies. Te zamen met eenige apothekers en medici stichtte hij 28 April 1842 de Nederl. Maatsch. ter bevordering der Pharmacie, waarvan hij de eerste voorzitter is geweest. Eenige geschriften deed hij verschijnen in het Instituut 1841, 1842, 1844, 1845 en 1846. Hij overleed aan een slepende ziekte der ademhalingsorganen.
Zie verder: Konst- en Letterb. 1847, II, 20; W.P. Jorissen in Chem. Weekbl. VIII (1911) 513, 527-529; W.P. Jorissen u.L.Th. Reicher, J.H. van 't Hoffs Amsterdamer Periode (Helder 1912) 19-21, waar ook een reproductie van zijn portret, naar een steendruk van H.J. Backer, aanwezig in den Amsterd. Studentenalmanak van 1843.
Jorissen