[Stuuc, Nicolaas]
STUUC (Nicolaas), van Dordrecht, magister en licenciatus in legibus, was in 1335 en 1336 secretaris van graaf Willem III en komt als ‘maistre Clais Stuc’ in 1336 voor onder de dienaren van den graaf. Na diens dood bleef hij onder Willem IV in gelijke functie werkzaam. De laatst bekende grafelijke brief door hem onderteekend, dateert van 28 Sept. 1344. Inmiddels had hij 7 Maart 1336 een kanonikaat ten Dom te Utrecht gekregen met voorbehoud eener prebende. Hooger steeg hij doordat hem ook verleend werd de proosdij van St. Odiliënberg (Roern ond). Bovendien bezat hij een prebende in het kapittel van St. Waudru te Mons. In 1345 werd hij uit Dordrecht verbannen. Brock noemt hem Nicolaus Stuyck en stelt zijn dood op 18 Febr. 1360.
Zie: Th. van Riemsdijk, De tresorie en kanselarij v.d. graven van Holland en Zeeland ('s Grav. 1908) 64-5, 390, die tal van andere bronnen vermeldt, doch zijn sterfdag niet opgeeft; Bullarium Trajectense I no. 935; W. Brock (Hs. rijksarchief Utrecht D. 1355)
van Kuyk