Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 2

[Stok, Theodoor Nicolaas van der]

STOK (Theodoor Nicolaas van der), 14 Mei 1834 te Fort Bath, waar zijn vader in garnizoen lag, geb. en 23 Jan. 1904 te 's Gravenhage overl. Zijn eerste opleiding ontving hij op de scholen te Naarden en Weesp (bij Lagerwey); later kwam hij op 't gymnasium te Zutphen. Maar reeds op zijn 17de jaar verloor hij zijn vader, waardoor zijn verdere opleiding een andere richting nam. 1 Apr. 1853 ging hij in de leer bij den ontvanger van registratie van Meurs te Zwolle, om zich te bekwamen voor 't examen van surnumerair in dat vak. Hij sloot hier vriendschap met den jeugdigen J.A.F.L. baron van Heeckeren, evenals hij een geestdriftig beoefenaar der letteren; een vriendschap die van blijvenden invloed op zijn leven is geweest. Als surnumerair werd van der Stok op verschillende registratiekantoren geplaatst, o.a. op dat te Groenlo. In 1861 werd hij benoemd tot ontvanger van registratie te Oirschot, later te

[p. 1379]

Beetsterzwaag, Vianen en Zuidbroek, in welke laatste plaats hij in 1873 in 't huwelijk trad met Elizab. Wilh. Anna Aleida van Herwerden, dochter van den predikant te Beetsterzwaag. In 1881 werd hij tot hypotheekbewaarder te Heerenveen benoemd en tien jaar later ging hij in gelijke betrekking over naar Zwolle, van waar hij in 1900, eervol ontslagen en gepensionneerd, naar den Haag vertrok. Van zijn smaakvolle letterkundige verpoozingen getuigen vooral zijn vertalingen van Shakespeare's Merchant of Venice, van Racine's Phèdre en van Voltaire's Henriade. Bekend is v.d. S. ook als penningmeester van de protestantsche Leprozeninrichting ‘Bethesda’ in Suriname.

Zijn portret staat in het Jaarboek voor het notarisambt van 1883.

Zie: Levensber. Letterk. 1906, 6.

Zuidema