[Stilting, Joannes]
STILTING (Joannes), geb. 24 Febr. 1703 te Wijk-bij-Duurstede, gest. 28 Febr. 1762 te Antwerpen. Zijn latijnsche studiën begon hij te Megen bij de Franciscanen en voltooide ze bij de Jezuïeten te Antwerpen, waarna hij 30 Sept. 1722 in de orde van deze laatsten trad. Na de voltooiing der wijsbegeerte, waarin hij een actus publicus hield, trad hij gedurende 6 jaar als leeraar aan de Jezuïeten-colleges op. Den tijd, dien hij overhield, besteedde hij aan de studie van het grieksch en van de kerkelijke geschiedenis, zooals de Bollandisten, die hem onder de hunnen wilden opnemen, hem hadden aangeraden. Van 1733-1737 studeerde hij te Leuven de godgeleerdheid, verbleef daarna eenige maanden te Mechelen als socius van den novicenmeester en vertrok nog in hetzelfde jaar 1737 naar Antwerpen om er 25 jaren lang als Bollandist te werken. In 1752-1753 bezocht hij met p. Const. Suyskens de bibliotheken in Frankrijk, Duitschland en Hongarije. Door Maria Theresia werd hij in audiëntie ontvangen, evenzoo door paus Benedictus XIV, die op eigen kosten een aantal handschriften uit de vaticaansche bibliotheek voor de Bollandisten deed overschrijven. Om de geruchten te logenstraffen, alsof Benedictus XIV het werk der Bollandisten wantrouwde, bood St. den Paus het zoo juist verschenen derde deel der Acta Sanctorum van Sept. aan, waarop de Paus hem een vleienden brief van dankbetuiging zond, waarin ‘de fabel’ over 's Pausen achterdocht voorgoed de kop werd ingedrukt.
St.'s bijdragen in de Acta Sanctorum zijn ongeveer 250 in getal en liggen over 11 deelen verspreid: n.l. van het 5de deel van Aug. tot het 1ste van October.
Tegen Mabillon hield hij staande, dat Gregorius, bisschop van Utrecht, geen Benedictijn was; met Tillemont verschilde hij over het geboortejaar van Gregorius van Nazianze.
Verschillende zijner bijdragen verschenen nog eens afzonderlijk, zooals: Acta S. Aur. Augustini, S. Januarii, S. Rosaliae, Vita S. Stephani Regis,