Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 2
(1912)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 1325]
| |
meester was, en 11 Nov. 1900 te Zwolle overl. Hij bezocht het gymnasium in laatstgenoemde stad, studeerde te Groningen in de rechten en promoveerde aldaar in 1860 op Quaestiones juris. Na zijn promotie vestigde hij zich als advocaat te Zwolle, waar hij achtereenvolgens plaatsvervangend kantonrechter, gemeente-archivaris en schoolopziener werd; het laatste eerst (in 1872) voor 't district Steenwijk, later (1876) voor 't district Zwolle. Bij de invoering der wet op 't L.O. van 1878 werd hem het toezicht opgedragen over het nieuw gevormde distr. Zwolle, dat nu vrijwel de noordelijke helft der prov. Overijsel omvatte. Na 't overlijden van Dr. J.J. Kreenen werd Sloet in 1890 tot diens opvolger benoemd en hem dus het schooltoezicht over de geheele 3de Inspectie (zijnde de prov. Groningen, Friesl., Drente en Overijsel) toevertrouwd. Met meer dan gewone bekwaamheid en toewijding heeft hij deze betrekking tot zijn dood toe waargenomen. Ook in de stad zijner inwoning, Zwolle, was S. in verschillende betrekkingen nuttig werkzaam, o.a. als lid der Commissie van toezicht op 't M.O. en als president-curator van 't gymnasium. Hij was gehuwd met Diderika Jacoba barones van Fridagh. Zie: In Memoriam van Th. Ruys J. Pz. in Prov. Overijs. Cour. v. 17 Nov. 1900, 2de blad. Zuidema |
|