[Rosweyde, Heribert]
ROSWEYDE (Heribert), geb. te Utrecht 22 Jan. 1569, gest. 3 Oct. 1629 te Antwerpen, trad 21 Mei 1588 in de Societeit van Jezus, en na zijn studiën voltooid te hebben, gaf hij gedurende verscheidene jaren onderwijs in de wijsbegeerte. Reeds van jongs af toonde hij veel liefhebberij in geschiedkundige nasporingen; wanneer de tijd het hem toeliet, ging hij, toen hij nog student was in de wijsbegeerte, naar de kloosters in de omstreken van Douai om er de oude manuscripten na te snuffelen, later doorzocht hij de meeste bibliotheken van België.
Als eerste vrucht van zijn nasporingen zag in 1607 een klein werkje, waaraan meerdere jaren gearbeid was, het licht: Fasti Sanctorum, quorum vitae in Belgicis bibliothecis manuscriptae (Antv.). Hierin legde hij het plan uit, dat sinds 1603 in hem gerijpt was, om een volledige hagiografie uit te geven. De eerste twee deelen zouden gewijd worden aan het leven van Jezus Christus en van de H. Maagd Maria, met de geschiedenis van hun kerkelijke feesten, het derde deel zou handelen over de plechtige feestdagen der heiligen, terwijl twaalf andere deelen de levens der heiligen, gerangschikt volgens maand en dag, zouden behandelen in hun oorspronkelijke taal. Daaraan hoopte hij nog drie deelen aan deze werken te kunnen toevoegen nl. een van de verschillende martyrologieën, het tweede met aanteekeningen op de levens en het derde zou een volledige inhoudsopgave geven.
Kardinaal Bellarminus schreef hem in 1608 hierover en bracht R. onder 't oog, dat zulk een werk eindeloozen tijd en ontzaglijke uitgaven vorderde, en dat R. verstandiger zou doen met die levens uit te geven, welke aan de nasporingen van Lipomani en Surius waren ontsnapt. Maar Rosweyde was een optimist. Want ofschoon hij zelfs riet de grondslagen van zijn onderneming had kunnen leggen, verzekerde hij nog op 60-jarigen leeftijd, dat hij kans zag, ieder jaar één deel van zijn heiligenlevens uit te geven; hij zou in Oct. 1629 beginnen, zoo was zijn voornemen, maar met het begin van Oct. overleed hij. Bollandus, die zijn naam aan dit groote werk gegeven heeft, meende, dat, als R. aanstonds na de uitgave van zijn Fasti zich aan het werk had gezet, hij al de door hem verzamelde levens had kunnen schiften, en voor een groot deel uitgeven, maar ongelukkig strekte R.'s ijver zich over te veel zaken tegelijk uit. Zijn werken waren wel niet nutteloos, maar hadden door anderen onder zijn leiding verricht kunnen worden, b.v. zijn nederlandsche geschriften. Onderwijl ging hij door met verzamelen van oude stukken en handschriften, totdat een kwaadaardige koorts, die nog toenam doordat hij bij een besmettelijken zieke waakte, een einde aan zijn leven maakte.
Behalve de reeds genoemde Fasti verschenen van zijn hand: Memoriale de ... instituto quoad Sanctorum historias et vitas illustrandas (1611) (afgedrukt in Analectes pour servir à l'histoire eccl. d.l. Belg. V (Louvain 1868); De Fide haere-