[Rossem, Hendrik Willem van]
ROSSEM (Hendrik Willem van), geb. 21 Oct. 1785 in de pastorie te Pijnacker, overl. 8 Jan. 1850 te Amsterdam. Hij studeerde te Harderwijk en te Groningen en promoveerde 28 Juni 1810 aan laatstgenoemde hoogeschool tot dr. med. op een diss. chemico-medica de Aqua. Te Amsterdam oefende hij medische praktijk uit; hij was daar ook regent van de St. Pietersgasthuizen en president van het geneeskundig toevoorzicht. Op aanbeveling van C.G.C. Reinwardt werden hem, tijdens Reinwardt's afwezigheid, de chemiecolleges opgedragen aan het Athenaeum Illustre. Reinwardt stelde zijn natuur- en scheikundige bibliotheek, werktuigen en materialen tot van Rossem's beschikking en deze richtte een tuinhuis, bij zijn woning behoorende en uit één vertrek bestaande, tot laboratorium chemicum in.
Reinwardt, die - tijdens zijn verblijf in O.-Indië - bij het overlijden van v. Rhyn (kol. 1203) bevorderd was tot gewoon hoogleeraar in de chemie, pharmacie en materia medica, doch in 1821 was benoemd tot hoogleeraar te Leiden, beval - in 1822 te Amsterdam uit Indië teruggekeerd - van Rossem als zijn opvolger aan. Deze bedankte echter uit hoofde van zijn uitgebreide medische praktijk, waarop H.C. van der Boon Mesch (kol. 906) werd benoemd.
Zie verder: W.P. Jorissen in Chem. Weekblad VIII (1911). 509-511 en W.P. Jorissen u.L.Th. Reicher, J.H. van 't Hoffs Amsterdamer Periode (Helder, 1912) 17, 18. Een reproductie van zijn portret, naar een steendruk van Gerstenhauer (schilderij van L. Moritz), bevindt zich in genoemd boek.
Jorissen