[Roesendael, Jan van]
ROESENDAEL (Jan van), twee en dertigste generaal der kartuizerorde, van 1463-1472, werd geboren te Nijmegen omstreeks 1383, gestorven 26 Juli 1472. Hij trad in het kartuizerklooster van Avignon, was aldaar prior van 1436 tot 1443 en bekleedde achtereenvolgens te Valborgne (Gard) en te Castres (Tarn) dezelfde waardigheid van 1443 tot 1463. In 1463 volgde hij Franciscus Maresme als generaal der orde op. Onder zijne deugden worden geroemd zijn getrouwheid aan den regel, die hem tot op den hoogen leeftijd van 81 jaar geen enkele der algemeene oefeningen deed overslaan; zijn gestrengheid voor zich zelf en zachtheid voor anderen, die hem den naam van ‘den engelachtige’ verschafte. Onder zijn generalaat werden o.a. de kartuizerkloosters van St. Sophia te 's Hertogenbosch in 1466 door Dionysius den Kartuizer en van St. Bartholomeus te Delft in 1470 gesticht.
Met hem moet niet verward worden Laurentius van Rosendael (Laurens Zeeuwen van Roesendael), een brabander, vicaris in het kartuizerklooster te Luik van vóór 1452 tot 1462 of 1463, toen hij vicaris werd in de Grande Chartreuse. Hij stierf te Rome als procurator generalis der orde, 30 Sept. 1476. Hij behoorde tot de vrienden van Dionysius, die voor hem en voor den prior te Luik, Jacobus de Gruytroede, een zestal traktaten schreef. Laurens van Roesendael schreef eene verhandeling: De votis monasticis en preeken.
Vgl.: Le Vasseur, Ephemerides Ordinis Cartusiensis II, 532 (Monstrolii 1891-2); Raissius, Origines Cartusiarum Belgii (Duaci 1632) 127.
Mulder